Bea den Dunnen* (76) was boekhouder, studeerde rechten, werkte op een advocaten-kantoor en deed als vrijwilligster de administratie van de Kringloop. Haar man Dik den Dunnen* (81) was vrachtwagenchauffeur en heeft na zijn pensioen nog jaren in het bedrijf van een van hun twee zonen geholpen. Tot het noodlot toesloeg, vertelt Bea. ,,Drie jaar geleden kreeg hij een herseninfarct.” En dat zette hun wereld op zijn kop. ,,Dik kon niet meer praten, hij was alles kwijt.” Het was 7 maart 2020, vlak voor de eerste corona-lockdown. ,,Toen hij werd overgeplaatst naar Gorinchem, mocht ik hem een paar dagen later al niet meer bezoeken vanwege Covid-19.” De logopediste had nog een intakegesprekje met hem gehad en wat oefeningen gedaan. Bea: ,,Ze zag nog wel kansen om mogelijk zijn spraak terug te krijgen. Maar dat moest in de drie maanden na het infarct gestimuleerd worden, omdat dan de hersenactiviteit het hoogst is. Maar de ergonoom, fysiotherapeut en logopediste mochten hem niet meer zien vanwege de strenge maatregelen.” Maar Bea kon wat de logopediste had gezegd niet naast zich neerleggen. ,,Toen ben ik gaan knokken om Dik uit het ziekenhuis te krijgen” zegt ze strijdlustig. En zo kon ze zelf met hem gaan oefenen. ,,Drie maanden lang, twee keer per dag hebben we met het materiaal van de logopediste gewerkt. En toen had hij zijn spraak weer terug.” Opnieuw leren schrijven is niet gelukt. ,,Daarvoor is er kennelijk teveel beschadigd in zijn hoofd. Maar hij kan nu in ieder geval weer zeggen hoe hij zich voelt en wat hij wil eten bijvoorbeeld.” Al heeft Dik inmiddels vanwege de diagnose vasculaire dementie slikproblemen gekregen, en is hij noodgedwongen aangewezen op sondevoeding. ,,Ja, de processen gaan door, en ik moet steeds inspelen op een nieuwe situatie” zegt zijn toegewijde echtgenote. ,,Soms is hij dwars en opstandig. Maar gelukkig kunnen we ook nog lachen met elkaar.”
Zorgdoolhof
Elke gemeente is vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) vanaf 2015 verantwoordelijk voor het ondersteunen van mantelzorgers. Maar, heeft Bea ondervonden: ,,Het zorglandschap is een doolhof.” De geriater bracht hen in contact met het Geriatrisch Onderzoek en Advies Centrum (GOAC), en via het GOAC is het echtpaar bij het Mantelzorgsteunpunt (MZSP) van gemeente Gorinchem uitgekomen, vertelt Bea. Wanneer de mantelzorger daar toestemming voor geeft, kan het MZSP bij de zorgverzekering navragen welke mogelijkheden voor ondersteuning vergoed worden om (dreigende) overbelasting van de mantelzorger te voorkomen, licht mantelzorgcoördinator Jacqueline Blom-Geluk toe. ,,Als men niet aanvullend verzekerd is, kan het MZSP deze zogenoemde respijtzorg bieden door de inzet van een vrijwilliger of professional.” Wanneer iemand intensieve zorg nodig heeft, zoals Dik den Dunnen, is de aanvraag van een Wet Langdurige Zorg (Wlz)-indicatie noodzakelijk, vervolgt Jacqueline. ,,Vaak denken mensen dan gelijk dat ze hun eigen huis moeten verlaten, maar in dit geval kan echtpaar den Dunnen met een persoonsgebonden budget (pgb) vanuit de Wlz zelf bepalen welke zorg er ingekocht wordt, die thuis verleend kan worden.” Maar het kan ook anders, vult ze aan. ,,Er bestaan nog meer mogelijkheden om zonder pgb toch thuis te kunnen blijven wonen met een Wlz-indicatie.”
Privacy
Bea vindt het heel belangrijk dat de mantelzorger serieus wordt genomen. ,,Wij leveren ons met ons hele hebben en houden uit aan de medische stand, dan verwacht ik ook dat een arts dat vertrouwen honoreert.” Als er iets is kan ze in eerste instantie op de huisarts terugvallen. ,,Alles loopt nu, en af en toe belt het Mantelzorgsteunpunt om te horen hoe het gaat. Het is fijn te weten dat ik daar zo nodig terecht kan met vragen. Een luisterend oor is soms al fijn.” Dit is waarschijnlijk een onderbelicht aspect van het leven van een mantelzorger; de aantasting van de persoonlijke levenssfeer. Bea zegt: ,,Iedere keer als er een nieuwe medewerkster over de vloer komt gaan alle kasten open. Dan leg ik uit wie wat, waar kan vinden. Je privacy gaat naar de knoppen hoor. Soms weet ik de weg in m’n eigen linnenkast niet meer.” Ze laat de zorgmap zien die de hulpverleners gebruiken voor de overdracht. Voorin zit een lijst met achtentachtig verschillende namen van de drie jaar dat haar man geholpen wordt bij het wassen, aan- en uitkleden. Bea is heel blij met- en dankbaar voor alle hulp, maar soms kan ze die de deur wel uitkijken. ,,Dat vertel ik niet om te klagen, maar om aan te geven wat het met je doet.” Alles komt nu op haar neer. ,,Ik ben in principe dag en nacht voor hem beschikbaar, al wordt ik twee nachten ontlast door ‘Saar aan huis’. Maar ook technische klusjes, of andere regeldingen die mijn man normaal voor zijn rekening nam, zijn nu voor mij.” Wat doet ze om zich te ontspannen? ,,Een keer in de veertien dagen ga ik naar de schilderclub, dat zijn echt een paar uurtjes helemaal voor mezelf.” Er staat een door haar gemaakt schilderij met twee levensechte musjes op de kast. En ze is nu bezig met lammetjes in acrylverf. ,,Ja, ik kijk erg uit naar de lente, want ik ben ook graag buiten.”
*Op verzoek van het echtpaar zijn ter bescherming van de privacy de namen gefingeerd.
Het verhaal is geschreven door Levien Vermeer.
Mocht u n.a.v. dit interview hierover door willen praten of uw eigen verhaal kwijt willen? Dat kan!
Neem vrijblijvend contact op met het mantelzorgsteunpunt gemeente Gorinchem. of bel 0183-659540