In een vorig bericht werd uit de doeken gedaan hoe Beyza in Nederland werd toegelaten: als gezinslid van een statushouder.
Hoe kon de immigratiedienst zeker weten dat Beyza een wettige dochter van haar vader was? Da's niet zo moeilijk, zou je zeggen: via het bevolkingsregister. In het geval van Beyza lukte dat inderdaad. Omdat het Turkse bevolkingsregister goed op orde is.
Maar zo gaat het lang niet altijd. In Eritrea bijvoorbeeld, waar heel wat vluchtelingen vandaan komen, is er meestal wel een geboortebewijs van iemand te vinden (hoewel opvallend veel mensen daar op 1 januari of 1 juli geboren zijn...).
Maar als je trouwt, is dat in een kerk, en niet op het gemeentehuis (als dat er al is). En dat staat dus niet in het bevolkingsregister. Dat is er wel, maar weinigen - zeker op het platteland - nemen de moeite om aangifte te doen.
Hoe weet je nu welke kinderen bij welke ouders horen? Gelukkig kan dat tegenwoordig via DNA-onderzoek. Maar dat kan alleen op een Nederlandse ambassade worden afgenomen. En die is er niet in Eritrea. En dan moet je ook nog bewijzen dat er echt geen andere documenten bestaan.
En als je ouders er niet meer zijn? Om het leven gebracht door opstandelingen bijvoorbeeld. Dat wordt vrijwel nooit opgetekend in het bevolkingsregister. Dan wordt het heel moeilijk om een vergunning te krijgen om jouw broers en zusters naar Nederland over te laten komen....
Dit zijn zo maar wat kwesties waar de juristen van Vluchtelingenwerk Nederland (ook vaak vrijwilligers) dagelijks mee te maken krijgen.
De volgende keer gaan we het hebben hoe een statushouder aan een huis komt in Nederland.
Op de foto een voorbeeld van een identiteitsbewijs van een statushouder.